Interview met een DONS-docent: Edwin
Waarom ben jij een echte DONS-er?
Toen ik in de eerste weken bij DONS kwam werken voelde ik me eigenlijk gelijk al thuis, ik was in een warm bad gevallen. Dat leek me al een goed teken. En vooral in de zomer kwam ik voor het eerst in aanraking met typetjes spelen, liedjes maken, BEVO en gek doen, wat ik geweldig vond. Ik denk dat ik een open, vrolijke en flexibele teamplayer ben. Net als alle andere echte DONS-ers.
Op welke DONS-locaties werk je en kan je er wat over vertellen?
Sinds begin dit schooljaar werk ik op dinsdag en op donderdag op DONS 6, de Oscar Carré. Op maandag werk ik op DONS 3, de Notenkraker. Daar geef ik dan ook gymles onder schooltijd. Dit doe ik ook op vrijdag op de Olympiaschool (DONS 4).
Hoe ben je bij DONS terecht gekomen?
Ik heb 7 maanden in Australië gereisd, gewoond en gewerkt. Toen ik terug kwam had ik natuurlijk weer snel werk nodig om mijn leventje in Amsterdam weer op te bouwen. De DONS-er Lodi, een goede vriend van mij, stelde uiteindelijk voor dat ze me bij DONS wel konden gebruiken. En hoe tof het zou zijn om samen lesjes te geven. Na een leuk sollicitatiegesprek was het geregeld.
Wat vind je het allerleukst bij DONS?
Het allerleukste van DONS vind ik dat je niet alleen in je eigen discipline lesgeeft, maar ook veel ervaring opdoet in het lesgeven en zien van andere disciplines. Hierdoor neem je dat ook weer mee in je leraren-rugzak.
Wat was jouw laatste gekke DONS-actie?
Een tijdje geleden ben ik als professor Keutelgat onderzoek gaan doen naar poep. Met de groepen Geel en Blauw van de Olympiaschool probeerden we erachter te komen wie er op de kop van de blinde mol had gepoept. Professor Keutelgat wist alles over poep en vertelde dat je zelfs sommige keutels kan eten. Konijnenkeutels en Geitenkeutels (dropjes oorspronkelijk uit Vlieland) werden het middelpunt van vieze gezichtjes, die eigenlijk stiekem steeds meer “vieze” dropjes wilden.
Welk DONS-liedje vind je het mooist?
Ik heb eigenlijk twee favorieten. De eerste is: “Ik ben een DONS-reporter”, vooral omdat dit lied een hele vette groove heeft, tussen-tellen, toffe loopjes, en goed gezongen wordt. De tweede is “Het zeemanslied” dit omdat dit liedje echt een oppepper is. Het wisselt zielig af met knallend en vrolijk dansen. Ik weet zeker dat je elk kind hiermee op kan vrolijken, iets wat ik graag doe. Het heeft een fijne boodschap: hoe vervelend het ook is, kom op zet ‘m op en droog je tranen.
Wat doe je als je niet aan het DONS-en bent?
Naast DONS val ik af en toe in op scholen als gymleraar. Ook werk ik in de zomervakantie als KNRM Lifeguard op Ameland (m.u.v. afgelopen zomer). Hier zorgen we voor de algemene veiligheid op het strand en natuurlijk in het water. Als het mooi weer is neem ik mijn surfboard naar het strand en als het sneeuwt ben ik in de voorjaarsvakantie op de piste te vinden met mijn snowboard. Verder voetbal ik en vind ik het leuk om thuis oude plaatjes te draaien.
Lees ook het interview met DONS-docenten: Jantien, Diede, Geerte en Emma.